Als een verdachte in een strafzaak wordt verdacht van een ernstig misdrijf en hij medewerking aan gedragsdeskundig onderzoek weigert, kan de officier van justitie de Adviescommissie Gegevensverstrekking Weigerende Observandi (AGWO) verzoeken gegevens op te vragen bij behandelaren bij wie de verdachte in behandeling is (geweest). De AGWO adviseert de officier van justitie over de bruikbaarheid van de verkregen behandelgegevens, bezien vanuit de strafzaak. De officier van justitie kan vervolgens bij de penitentiaire kamer (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden) een machtiging vorderen om de gegevens te verstrekken aan gedragskundigen die belast zijn met het onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte. Als de penitentiaire kamer het noodzakelijk en proportioneel acht de behandelgegevens door gedragsdeskundigen te laten gebruiken voor aanvullend onderzoek, stuurt de AGWO de gegevens aan de rapporteurs. Zij schrijven een aanvullende rapportage, die aan de officier van justitie en de strafrechter wordt verzonden. Deze informatie over de persoon van de verdachte wordt in de strafzaak gebruikt om te bepalen in hoeverre het strafbare feit aan de verdachte kan worden toegerekend en om een passende sanctie op te leggen.

Op de pagina Over de AGWO leest u meer over de werkwijze van de AGWO.